Victor besluit het huisje in het Drentse Koekange op te knappen nadat hij deze van zijn overleden oom erft. Hij ontdekt dat er misdaden zijn gepleegd in dat huisje maar de dorpsbewonders durven er niet over te spreken
Victor Dreisen leidt een lekker leventje als single. Bij het Amsterdamse Meertens Instituut doet hij onderzoek naar volksculturen. Maar tot irritatie van zijn baas gebruikt hij zijn werk vooral voor snoepreisjes naar wereldsteden. Victor's collega Heleen, die heimelijk verliefd is op hem, helpt hem regelmatig uit de problemen. Als Victor van een oom een huisje in het Drentse Koekange erft, besluit hij er naartoe te reizen om het op te knappen. Tegen zijn baas zegt hij dat hij onderzoek gaat doen naar plaatselijke moordliederen, waarin vroeger gruwelijke misdaden werden bezongen. In Koekange raakt Victor geïntrigeerd door zo'n moordlied. Het is het huiveringwekkende verhaal van een drievoudige roofmoord die nooit is opgelost. Het lied wordt gezongen door Geesje, een aantrekkelijke schippersvrouw waarmee Victor een verhouding begint. Hij ontdekt dat de misdaden destijds zijn begaan in het huisje dat hij heeft geërfd. De dorpsbewoners lijken meer te weten, maar zwijgen.