Vliegenier kapitein Salih Ekrem is een jonge officier en een van de eerste Osmaanse piloten. Hij verloor zijn vrouw bij de geboorte van hun dochtertje Gülmelek.
Als de Engelsen in februari 1915 met hun vloot het Osmaanse Rijk aanvallen, laat hij Gülmelek achter bij zijn moeder. Hij verlaat Istanbul en gaat met zijn toestel, ‘een van de eerste vliegtuigen’, naar Çanakkale, aan de monding van de Dardanellen.
Tijdens een verkenningsvlucht ziet Salih dat twee Engelse vliegtuigen een groep Turks medisch personeel aanvallen. Onder hen bevindt zich de jonge zuster Nihal. Salih schiet te hulp.
Hoewel hij in het gevecht zelf ook ernstig gewond raakt, slaagt hij er samen met zuster Nihal in de kleine Fuat te redden. Zuster Nihal, kapitein dokter Ragıp, zuster Erika en kapitein ter zee Hakki, die het gezag voert over de mijnenlegger Nusrat, ontfermen zich over het weesjongetje. Iedereen beschermt ‘de kleine oorlogsheld’ Fuat. Hij doet hen denken aan hun eigen kinderen thuis. Fuat zorgt in deze periode, waarin de oorlog in alle hevigheid woedt, voor een verdere toenadering tussen kapitein Salih en Nihal. Als Nihal voor werk terug moet naar Istanbul, verandert haar vriendschap met Salih in een ‘in brieven onder woorden gebrachte’ grote liefde.