Derde en laatste deel in de Leedvermaak-reeks van Judith Herzberg en Frans Weisz
“Ik ben tot mijn grote spijt overleden, maar ik mag nu toch nog meedoen, als dode dan. Ik kom pas tot ‘leven’ als iemand even aan mij denkt. Dan glip ik door die kier naar binnen.”
Met deze woorden van Ada begint de film ‘Happy End’. Vijftien jaar geleden is Ada gestorven en nu waakt ze regelmatig aan het bed van Simon, haar doodzieke echtgenoot. Beiden hebben Auschwitz overleefd. Na de oorlog hebben zij geprobeerd een nieuw leven op te bouwen met hun enige dochter Lea. Drie keer getrouwd, maar kinderloos gebleven, is Lea na haar moeders dood, voor haar vader gaan zorgen en heeft tevens de opvoeding op zich genomen van Isaac, haar halfbroertje. Isaac is geboren uit een kortstondige relatie van Lea’s vader met Dory, een violiste. Haar carrière maakte het onmogelijk om voor haar zoontje te zorgen, waarna Lea zich over hem
ontfermde. Dory hertrouwde later met Nico, die tussen zijn eerste en tweede huwelijk met haar, getrouwd was met Lea. Isaac, inmiddels 18 jaar oud, manoeuvreert behendig tussen beide vrouwen. Hij heeft één obsessie: ‘met iemand de gaskamer overleven door 20 minuten elkaars adem over te nemen’.