Kabouter Lui vindt tijdens een wandeling een kabouterbaby. De moeder en vader blijken Wits en Wollie te zijn die in het kaboutercicus verblijven
Wanneer een konvooi van circuskabouters door het bos rijdt, valt er een mandje van één van de aanhangwagens. Het mandje komt in een beek terecht en drijft weg van het konvooi. In het mandje ligt de baby van de kabouterclowns… Even later vindt Kabouter Lui het mandje. Hij is meteen dol op de baby en wil voor hem zorgen, dus hij trekt ermee naar zijn kaboutervrienden. Plop is echter heel fanatiek bezig met het maken van een nieuwe soort Plopkoek. Binnenkort komt de fijnproefkabouter immers naar het Kabouterbos, en Plop wil door hem erkend worden als ‘Kabouter-Koekenbakker van de Eeuw’. Plop wil daarom vooral met rust gelaten worden nu, en heeft geen oren naar het verhaal van Lui. Door een paar misverstanden denkt Plop dat Lui ook zijn eigen koeken aan het maken is. Lui denkt op zijn beurt dat Plop kabouterbaby’s in zijn koeken wil verwerken. Daarom houdt Lui de baby zoveel mogelijk verborgen voor Plop. Hij zal zelf wel voor de baby zorgen, wat de nodige hilarische toestanden met zich meebrengt. Krijgt Plop het getuigschrift van “Kabouter-Koekenbakker van de Eeuw”? En blijft de baby bij onze kaboutervienden? En wordt Lui niet moe van de Kabouterbaby?