Een dwarse puber wordt door zijn hekelende moeder naar een internaat gestuurd en voelt zich verraden
Hubert Minel, een ontstuimige puber, haat zijn moeder. Hij walgt van haar ouderwetse truien, haar oudbollige interieur en de broodkruimels in de hoeken van haar zeurende mond. Maar eigenlijk haat de rebellerende Hubert alles wat niet in zijn wereldbeeld past. Want wat zou hij graag de wijde wereld in trekken, of ten minste met zijn vriendje op kamers wonen. Maar hij is nog maar zestien jaar en moeder vindt hem daar te jong voor. Zijn ergenis groeit met de dag en lijkt over te gaan in een obsessie. Maar wanneer zijn moeder hem naar een internaat stuurt, voelt hij zich verraden.