De voormalig zeeman Fikret pakt zijn oude beroep weer op en zeilt als matroos over alle wereldzeeën. In de Indische oceaan wordt het schip overvallen door Somalische piraten. Fikret kan ontkomen omdat hij overboord springt.
Dorpsbewoners vinden hem bewusteloos op een Indisch strand. Ze brengen hem naar een boeddhistische tempel en zorgen daar voor hem. Als Fikret weer gezond is raakt hij bevriend met Serkan, een Turk die in de tempel in opleiding is. Maar Fikret kan niet wennen aan het kloosterleven en krijgt ruzie met de abt, die daarna Serkan en Fikret uit de tempel wegstuurt.
De twee gaan terug naar Turkije, waar Serkan Fikret een paar dagen uitnodigt op de boerderij van zijn familie. Hier gebeuren vreemde dingen als plotseling ook nog een weerwolf opduikt…