Een routinevlucht naar de maan loopt uit op een ramp. De astronauten moeten gered worden
Op 11 april 1970 vertrekt de Apollo 13 onder leiding van Jim Lovell op een missie naar de maan. In eerste instantie lijkt dit een routinevlucht te worden, maar na twee dagen hoort de bemanning plotseling een enorme knal. Door een explosie in een van de zuurstoftanks komen de astronauten op meer dan 300.000 kilometer afstand van de aarde vast te zitten. Vanaf dat moment ligt het leven van de astronauten in handen van de NASA medewerkers, die onder leiding van vluchtleider Gene Kranz koortsachtig naar een oplossing zoeken om de mannen weer thuis te krijgen voordat hun zuurstof op is.